Amsterdam, 21 september 2017 – Van 6 t/m 15 oktober vindt de vierde editie plaats van de Dutch Sustainable Fashion Week. Deze editie staat in het teken van bewustwording van de enorme hoeveelheid afval die we jaarlijks produceren en het aandeel van de kledingbranche hierin.
Circulair denken, waarin geen grondstoffen verloren gaan, is helemaal van deze tijd. We realiseren ons meer en meer dat de afvalberg die wij creëren te groot wordt. We zoeken naar oplossingen om afval weer te kunnen hergebruiken. Binnen de fashionindustrie is ‘closing the loop’ echter nog moeilijk realiseerbaar, omdat de techniek hiertoe niet toereikend is. En dat terwijl we jaarlijks in Nederland samen zo’n 235 miljoen kilogram textiel weg gooien.
Groeiende kledingafvalberg
Wanneer je je realiseert dat de gemiddelde persoon 60 procent meer kledingstukken koopt en ze ongeveer half zo lang houdt als 15 jaar geleden en 1 op de 3 kledingstukken zelfs nooit gedragen wordt, begrijp je dat de afvalproblematiek in deze branche groot is. Slechts 0,1 procent van alle kleding die wordt verzameld door liefdadigheids- en retourprogramma’s, wordt gerecycleerd in nieuwe textielvezels.
Tijdens de naderende editie van de Dutch Sustainable Fashion Week wordt er daarom bijzondere aandacht gevraagd voor dit onderwerp.
Designers die recycled materiaal gebruiken
Toch is het beslist niet zo dat binnen de Fashion industrie er geen sprake is van circulair denken. Je ziet steeds meer innovaties waarbij ander restafval geupcycled wordt tot garens.
Daar waar Jan Taminiau in 2009 nog spraakmakend was met de oude postzakblazer, zien we nu toonaangevende designers als Stella Mc Cartney en Vivienne Westwood gebruikmaken van restmateriaal in hun collecties. In Nederland richt Monique Collignon, een van oudsher traditionele ontwerpster, zich nu volledig op het gebruik van gerecycled materiaal/ petflessen. Hans Ubbink heeft onlangs een jurk gelanceerd, in samenwerking met Nespresso, gemaakt van nespresso cups. Zij zoeken allemaal de uitdaging om afval te verwerken in hun designs.
Ook bij de confectiemerken zien we ontwikkelingen. Loop-a-life is hiervan een mooi voorbeeld. Zij zetten textielafval om naar, nieuwe fashion- en interieurproducten. Ook Mud Jeans werkt volgens de principes van circulaire economie. De impact blijft echter nog beperkt, zolang de grote concerns die de kledingmarkt domineren hier nog weinig mee doen.
Overheid onderneemt actie
De Nederlandse overheid laat zich niet ongemoeid en werkt in samenwerking met de brancheverenigingen aan een ‘Roadmap naar Circulair Textiel’ binnen het Platform Circulair Textiel. Dit platform heeft met name als doel om kennis uit te wisselen en alle innovaties in kaart te brengen en te koppelen aan de textielbedrijven.
Een opvallend voorbeeld op het gebied van innovatie is Enschede Textielstad. Dit is een industriële weverij waar met natuurlijke en lokale garens stoffen voor de mode- en interieurindustrie worden geproduceerd. Zo hebben zij recent van een foutieve partij tampons garens ontwikkeld. Tijdens de openingsshow van de DSFW op 5 oktober toont Judith van Vliet designs van deze garens.
Openingshow Talking Trash
Tijdens de openingsshow ‘Talking Trash’ laten established en young designers ontwerpen zien van gerecycled afval. Namen als Monique Collignon, Hellen van Rees en eerder genoemde Judith van Vliet nemen deel.
De openingsshow vindt plaats in het pas geopende gebouw van de ABN AMRO, Circl. De nieuwe circulaire ontmoetingsplaats op de Zuidas.
De DSFW staat in het teken van consumenten informeren over duurzaamheid in de fashion branche. Consumenten hebben een belangrijke rol in het verduurzamen van de fashion industrie. Op dit moment zijn ze echter beperkt in hun invloed door verschillende factoren. Het bewustzijn van de consument over de effecten van kleding en andere modeproducten op de maatschappij en het milieu is laag. Daarom zet de DSFW zich in om duurzame mode in deze week zichtbaar te maken, op allerlei manieren.
